Yvette’s Bullenblog   Bullenhuisje in lockdown…,

Iedereen is in de greep van het coronavirus.
Zorgen en onzekerheid over wat gaat komen en wat al realiteit is.
Wat als…
Ook het Bullenhuisje is in lockdown.
Niemand komt meer binnen en zelden gaat mama Bull nog naar buiten.
De hondjes hebben nergens last van.
Ze krijgen hun eten, slapen op hun vaste tijden en liggen heerlijk in de zon buiten.
Ze hebben hun blafmomentjes als er pakketjes worden afgeleverd die voor de deur worden neergezet.
Dat is wel een teleurstelling, want ze missen daardoor veel knuffels.
Het is ook stil in de adoptiekamer, want de vakantiehondjes zijn geannuleerd en adoptiehondjes worden voorlopig niet geaccepteerd.
Maar ook daar hebben de dames en roedelleider Joop geen problemen mee, want nu is alle aandacht voor hun.
Hoe vaak zou je niet willen ruilen, hoe vaak is een hondenleven zo slecht nog niet.
En zeker nu…
Geen angst en onzekerheid, want hun leven is niet overhoop gegooid.
Geen angst en onzekerheid over je overlevingskansen.
Geen angst en onzekerheid over wat de toekomst nog gaat brengen.

‘Ineens ben ik in tranen.
Voel ik me alleen en maakt de
uitzichtloosheid me gek.
Grijpt de angst me naar de keel.

Op andere momenten ben ik positief.
Zie ik wat het ons brengt.
Hoe we dit op de een of andere manier
nodig hadden.

De wereld die steeds harder draaide.
Het milieu dat schreeuwde om aandacht.
Mensen die schreeuwden om rust.

En nu lijkt het alsof de natuur
aan de rem heeft getrokken.
Aan de noodrem.
Alles komt tot stilstand.

Behalve in de zorg.
Daar is de druk enorm.
De mensen die we jarenlang onderwaardeerden,
een hongerloontje betaalden,
zijn nu onze helden.
We klappen voor ze.

Nu wordt zichtbaar wat er echt toe doet.
Gezondheid, saamhorigheid, liefde en verbinding.

De wereld zal nooit meer hetzelfde zijn.
We leren nu hoe kwetsbaar we zijn.
Dat niets zeker is in het leven.
En hoe dom we zijn geweest.
Om geld, status en schoonheid
tot het hoogste goed te verheffen.

Honderd km/uur rijden voor het milieu??
Velen zouden zich er niet aan gehouden hebben.
Nu is er bijna niemand meer op de weg.

Verre vakanties waren de normaalste
zaak van de wereld.
Sterker nog, het was een trend waar
iedereen graag aan meedeed.
Hoe verder, hoe beter.
En nu vliegt er bijna niemand meer.

Kinderen brachten we massaal naar kinderdagverblijven en BSO’s.
Onze carrières waren belangrijk.
Gaven ons aanzien.
Thuisblijfmoeders moesten zich altijd verdedigen. Het woord alleen al…

Nu we verplicht thuis zitten en onze kinderen ook, weten we de spelletjes weer te vinden.
De verf en de klei.
Worden we zelf weer een beetje kind.

Onze ouderen, waar we voorheen nauwelijks naar omkeken.
Worden nu beschermd met man en macht.
We bieden onze hulp aan.
Doen boodschappen voor ze en zingen ze toe zodat ze zich niet vergeten voelen.
We bellen en skypen omdat we ze niet kunnen bezoeken.

En nu we de kapper, de schoonheidssalons en de rimpeldokter niet meer kunnen bezoeken, wat zal er overblijven van onze schoonheidsidealen?
Onze drang om jong te blijven terwijl we nu niets liever willen dan oud worden.

De natuur kan eindelijk ademhalen.
De natuur waar wij deel van uitmaken maar waarvan wij zo vervreemd waren geraakt.
Wat zijn we nietig als de natuur van zich laat horen.
Tsunami’s, orkanen, bosbranden, epidemieën.
Dan laten we alles vallen en hebben alleen elkaar nog.
Naakt en kwetsbaar.

Ik haal ook eens diep adem en droog mijn tranen.
Het komt goed…ècht!’

bron onbekend