De enige man in huis in het Bullenhuisje is Joop.

Al jaren is hij de roedelleider en waakt over zijn harem.

Maar zoals een de meeste mannen valt hij van zijn troon als hij een beetje ziek is.

Hij heeft zijn nek open gekrabd en loopt nu met een shirtje aan  en een band om.

En dan is er opeens niets meer over van deze stoere jongen.

Als het eten klaar gemaakt wordt staat hij altijd vooraan.

Maar nu niet.

Nu blijft hij zielig op de bank zitten.

Als dan de deur open gaat en de gevulde bakken komen tevoorschijn, dan sloft hij in slow motion naar zijn vaste eet plek.

Ligt hij net zoals de anderen binnen 5 minuten meestal al in dromenland hevig te snurken, nu blijft hij als een ziek vogeltje rechtop zitten dommelen.

Gaat de hondenkoekjestrommel open en staat de hele meute zich al te verdringen wie als eerste mama Bull haar vingers erbij kan verslinden, blijft Joop zitten waar hij zit en wacht tot het koekje naar hem toe wordt gebracht.

Als er aan de deur wordt geklopt en alle collega’s luid blaffend naar het hek stormen, om te kijken welke verrassing ze daar te wachten staat, blijft Joop gewoon zitten waar hij zit en is niet geinteresseerd wie er aan de deur staat.

En als zelfs de stofzuigerrobot je koud laat, dan ben je echt wel heel erg zielig.